Als het verleden het heden is... Seksueel misbruik
Gepubliceerd op 4 maart 2021
Leestijd 9 minuten
Mijn vorige blog eindigde ik met de vraag of ik mijzelf verder wil laten testen op autisme. De laatste zin van die blog was: 'Uiteindelijk veranderd het niets aan wie ik ben, maar kan het mij wel helpen om weer verder te komen!'. Deze blog schreef ik in de nacht van woensdag op donderdag, wetende dat ik op donderdag een gesprek zou hebben met mijn levensloopbegeleidster(llb'er). Dat gesprek kwam en ik vertelde haar over mijn gedachten met betrekking tot borderline en autisme. Ik vroeg haar opinie over het wel of niet verder testen op autisme. Vrijwel direct gaf zij aan dat als ik dat echt is wat ik wil het traject gestart kan worden, maar dat het dan wel duidelijk moet zijn dat er geen verborgen trauma's zijn die dat proces in de weg kunnen staan.
Tijdens de intake met mijn llb'er zijn we heel zakelijk door mijn hele leven gegaan, en hebben we belangrijke veranderingen en gebeurtenissen op papier gezet. Één van die gebeurtenissen was seksueel misbruik toen ik vijftien jaar was. Ik heb toen duidelijk aangegeven dat ik er niet over wou praten en dat dit misschien later zou gebeuren. Nooit bedacht dat later zo snel zou komen.
Twaalf jaar lang ben ik stil geweest, twaalf jaar lang heb ik dit alleen gedragen. Maar nu is de tijd van verandering!

Ik wil in grote lijnen delen wat mij is overkomen. Details ga ik niet noemen en ik wil mensen om mij heen geen gevoel van schuld, schaamte, falen of iets wat daar maar op lijkt geven. Dit is mijn verhaal, niet die van mijn familie/vrienden/kennissen.
Toen ik vijftien was had ik niet het leukste leven. Zowel school als thuis liepen de zaken niet lekker. Al een aantal jaren liep ik depressief rond, ik voelde mij eenzaam en onbegrepen. Ik had het gevoel dat er thuis geen aandacht voor mij was en dat andere zaken belangrijker waren. Ik zette mij af tegen mijn moeder en af en toe had ik gesprek met mijn vader als mijn bom weer eens op ontploffen stond. Er was één plek waar ik mij wel prettig voelde, de kerk. Dit was niet de kerk waar wij als gezin heen gingen, maar dit was een kerk in de stad waar vriendinnen kerkten. Door hen kwam ik er ook geregeld en daar voelde ik mij goed. De muziek, de sfeer, de mensen... Ik voelde mij daar dicht bij God.
Deze kerk ging vanwege de zomermaanden vier feest diensten houden in een nabij gelegen park. Diensten met daaromheen veel spelletjes en activiteiten voor jong en oud. Ik als vijftienjarige voelde mij geroepen om te helpen en ik werd ingedeeld om samen met vriendinnen de jonge kinderen te schminken.
Wat een lol hebben wij daar gehad, elkaar onder kliederen en de kinderen mooi versieren. Tijdens dit feest was er een (jonge)man (ik noem hem vanaf hier V.) die steeds bij ons in de buurt rondhing. Niks vreemds aan want hij was lid van de kerk, en er waren zoveel mensen her en der aan het rondhangen.
Richting het einde van de dag moest er opgeruimd worden, en mijn humeur werd wat minder. Ik wist namelijk dat ik na die leuke dag weer naar huis moest, en dat was voor mij toen geen fijne plek. Toen iedereen langzaam aan naar huis ging bleef ik nog een beetje plakken en V. van eerder. We raakten in gesprek en ik vertelde dat ik geen zin had om naar huis te gaan. Hij stelde voor om nog even door het park te lopen en te praten. Uiteindelijk wist ik dat ik naar huis moest, en gaf hij mij zijn telefoonnummer. Hij zei dat als ik me weer zo slecht zou voelen ik hem kon bellen of een berichtje kon sturen, en dat hij er voor mij was. En zo gingen er een paar week voorbij waarin we belden en sms contact hadden. Af en toe ontmoetten we elkaar in de stad voor een wandeling en een gesprek.
En toen was daar die bewuste dag. De spanningen thuis waren erg hoog en op school ging het slechter. Ik durfde niet naar huis te gaan, dus belde ik V. en vertelde ik hem hoe slecht ik mij voelde en dat ik niet naar huis durfde. Hij nodigde mij uit om naar zijn huis te komen omdat dit toch op de route lag van school naar huis. Samen even wat drinken en praten over hoe het ging, daar was niets mis mee dacht ik bij mijzelf. Ik vertrouwde V. na alle gesprekken die we hadden gehad en het was iemand van de kerk, dus dat was prima. Maar helaas zat ik fout. Die dag zijn mij dingen aangedaan die nooit hadden mogen gebeuren.
Ik durfde niemand te vertellen over wat er gebeurd was, want ik had het gevoel dat het mijn eigen fout was. Ik had contact met hem gezocht toen het slecht met mij ging, ik heb vrijwillig bij zijn voordeur gestaan toen hij mij uitnodigde. Hij had mij door alle moeilijke momenten heen bijgestaan, dus dit was wel het minste dat hij terug mocht verwachten.
Gedachten die ik weken lang niet kon loslaten, en soms nog steeds niet.
Een aantal week na de gebeurtenis kreeg ik een berichtje van een kennis uit de kerk. Het was haar opgevallen dat ik contact had met V. na afloop van de park dienst, en ze had getwijfeld maar wou mij toen toch een waarschuwing sturen. Zij vertelde dat ze een nare ervaring met hem had gehad in het verleden en wou niet dat mij dat ook zou overkomen. Ik brak toen ik haar bericht las, ik voelde mij betrapt op iets dat niemand ooit mocht weten. Ik wist niet hoe ik moest reageren naar haar, ik had kunnen antwoorden van; bedankt voor je waarschuwing. Maar in plaats daarvan stuurde ik haar dat de waarschuwing te laat was. Ergens had ik het gevoel dat dit mijn uitvlucht kon zijn uit de stilte.
Dankzij haar kwam ik vrij snel in contact met twee vertrouwens personen uit de kerk, en ik vertelde voor het eerst mijn verhaal. Ik kreeg te horen dat er twee opties waren; het laten voor wat het is, en in stilte zwijgen of aangifte doen bij de politie. Ik wou niet dat V. ooit nog een keer de kans kreeg om dit te herhalen bij andere meisjes, dus ik wou aangifte doen. De afspraak werd gemaakt bij de politie, maar ik moest het nog wel aan mijn ouders vertellen. Tsja en hoe doe je dat...
Ik heb toen een brief geschreven aan mijn ouders om daarmee te vertellen wat er was gebeurd. De brief leek qua inhoud op wat ik hierboven heb geschreven.
De dag erna ben ik naar het politie bureau geweest om aangifte te doen. Dit viel helaas zwaar tegen. Omdat er toen al maanden voorbij waren na de gebeurtenis was er geen bewijs meer en kon de aangifte niet worden opgenomen. De politie gaf aan dat ze een melding zouden maken in het systeem, en als er meer meldingen zouden binnen komen over V. dat er dan misschien een onderzoek gestart kon worden. Ze zeggen toch dat de politie je beste vriend is? Nou... daar heb ik toen niets van gemerkt om het maar zacht uit te drukken.
Voor mijn gevoel had ik alles gedaan wat ik kon om hier zo goed mogelijk mee om te gaan, dus ik ging verder met mijn leven. Het was mijn probleem, want ik had het meegemaakt. Dat betekende automatisch voor mij dat ik er zelf mee moest dealen en vooral anderen niet meer lastig moest vallen.
Stuur een berichtje naar aanleiding van deze blog. Dit kan een vraag zijn, een opmerking of een compliment.
Deze wordt alleen door de schrijver gelezen.